Iedereen die bezig is met persoonlijke verandering (=ontwikkeling = leren) ervaart dat dit gaat met vallen en opstaan. Vaak is er sprake van verzet tegen jezelf; je ervaart ongeduld, onzekerheid en frustratie. Je baalt ervan dat iets niet (snel genoeg) lukt, of dat je bepaalde gevoelens hebt waar je juist vanaf wilt. Als je daarvoor wegloopt, kom je in een vicieuze cirkel terecht van ontkenning, nieuwe vragen, uitstel, verdringing of zelfs opgeven. Veranderen is soms pijnlijk. Vooral in het begin is het vaak moeilijk of lastig, dat hoort bij een groeiproces. Als je een verandering inzet of een ontwikkeling doormaakt, doorloop je een aantal stadia. Dit gaat veelal onbewust, want meestal ben je bezig met het plan of het doel dat jezelf gesteld hebt. Je energie richt zich op wat je bezighoudt, terwijl er intussen binnenin je van alles gebeurt. Maar wanneer je op een bewuste manier naar je eigen verandering leert kijken en aanvaardt dat je door verschillende fasen heen gaat, creëer je ruimte voor jezelf. Je ervaart dat het van tijdelijke aard is. Dat je aan het leren bent, jezelf opnieuw aan het uitvinden bent. Dit gegeven kan je enorm helpen jezelf te steunen en mild te zijn voor jezelf.
De fasen van persoonlijke verandering
Fase 1: Onrust
Je bent erg met je eigen problemen bezig, het proces vraagt al je energie. Je voelt je onrustig, uit evenwicht. Je begint aan alles en vooral aan jezelf te twijfelen. De dingen gaan niet meer zo goed als voorheen, je zit niet lekker in je vel. Je begrijp niet wat er allemaal gebeurt en of je dat wel wilt. Je pakt wel nieuwe dingen aan, maar vraagt je steeds af of dit het nu wel is. Je voelt je onzeker over hoe het verder moet en zal gaan. Er kan weerstand en verwarring ontstaan en je voelt onvoldoende vertrouwen. In deze fase is het van belang dat je jouw pijn onder ogen ziet en ermee ‘samenwerkt”. Als je bewust hebt gekozen voor verandering, betekent dit dat je ook iets achterlaat. Sta stil bij het feit dat je afscheid moet nemen, voor je echt iets nieuws kunt realiseren. Accepteer dat het niet meer zal zijn zoals vroeger, hierdoor krijg je ruimte voor creativiteit en nieuwe perspectieven.
Fase 2: De ommekeer
Je neemt het bewuste besluit dat je wilt veranderen. Je hebt ervaren wat je is overkomen, maar besluit zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen aandeel in het veranderingsproces. Dit is nodig om nieuwe inzichten over jezelf, een wezenlijk andere houding of ander gedrag te ontwikkelen. Je stuurt jezelf aan, je wordt zelfwerkzaam. De achterliggende boodschap bij zelfsturing is: ik word een speler in plaats van een speelbal. Je hebt de macht om over je eigen gevoel en gedrag te beslissen. Als je ziet hoe je zelf bijdraagt aan de dingen die je meemaakt, kun je er ook wat aan doen. Deze fase staat in teken van afstand nemen en loslaten, acceptatie en nieuwe perspectieven ontwikkelen.
Kenmerkend voor afstand nemen en loslaten:
Je neemt afscheid van je oude situatie, je gaat op weg van een oude stabiliteit naar een nieuwe stabiliteit. In deze fase ga je voelen wat je wilt of kan los laten. Dat kan gepaard gaan met gevoelens van angst, boosheid of gemis. Je voelt verdriet over wat je achter moet laten. Vaak ga je in deze fase ook meer aan anderen vertellen; je hebt de behoefte je uit te leggen, te verklaren en wilt weten wat anderen ervan vinden.
Kenmerkend voor acceptatie en aanvaarding:
Je hebt nog wel onvoldoende zicht op alle consequenties, maar je bent bereid die te aanvaarden. Zowel de situatie als jezelf, neem je zoals het is. Je ontspant in wie je bent en waar je bent. Je voelt je niet langer ‘slachtoffer’ van de situatie, maar krijgt nieuwe hoop en zoekt nieuwe situaties op. Je beseft dat je aan het ‘leren’ bent en onderzoekt wat je wilt. Je wordt nieuwsgierig: naar welke nieuwe gebieden gaat dit je brengen? Er ontstaat nieuwe beweeglijkheid. Je begint te begrijpen wat de betekenis van je ervaringen is.
Kenmerkend voor ontwikkeling van perspectieven
Je begint steeds meer te zien waarop je uit wilt komen. Je ontdekt je eigen rode draad, ontwaart patronen, ontdekt de lijnen en je ziet je eigen belemmeringen en mogelijkheden. Je vormt ideeën over de (nabije) toekomst. Je bedenkt je eigen stappen en zet dingen in beweging. Vaak pak je oude behoeften op, die je hebt verwaarloosd of bent vergeten.
Fase 3: Ontwikkeling
Na het onder ogen zien van de pijn (fase 1) en door er mee samen te werken (fase 2) kan de energie zich weer naar buiten richten. Er ontstaat ruimte voor ideeën en creativiteit en je brengt deze in de praktijk. Je weet nu waar je voor gaat. Dat beïnvloed je motivatie. Je probeert nieuw gedrag uit, onderzoekt wat het effect is. Je bent hier en daar nog ongemakkelijk of onhandig bezig, maakt vergissingen, maar leert daarvan. Je valt af en toe ook nog terug naar ‘oud’ gedrag of je oude manier van handelen, vooral als het spannend wordt, maar je geeft jezelf de ruimte om te oefenen. In deze fase ga je testen, herkaderen en integreren. Je trekt nieuwe conclusies over jezelf: wie je bent, wat je wilt, wat waardevol voor je is. Zaken beginnen op zijn plek te vallen. Uiteindelijk integreer je de verworven inzichten in je dagelijks gedrag en ‘zijn’. Je stelt zo nodig bij en je hervind je evenwicht.
Vragen die je jezelf kunt stellen
Je hebt het recht om ontevreden te zijn over iets in je leven. Je hebt de vrijheid om daar zelf iets aan te gaan doen en om een beter leven voor jezelf te organiseren.
• Het helpt je om te weten wat je niet meer wilt
• Het helpt je om te weten wat je wel wilt
• Wees dankbaar voor alles wat in je leven aanwezig is (ook al noem je het ongewenst)
• Maak in je huidig functioneren een onderscheid tussen wat je wilt behouden en wat je wilt loslaten
Fase 1:
Wat wil je veranderen? Wat wil je anders? Waar heb je last van? Wat houdt jou daarin bezig? Wat wil jij daarmee doen? Wat is hierin belangrijk voor jou? Wat voel je? Wat gaat er vanbinnen in je om? Wat ervaar je? Wat zeg je allemaal tegen jezelf?
Fase 2:
Wil jij verantwoordelijkheid nemen? Wil je aanvaarden dat jij hier ook iets aan kunt doen? Wil jij dit leren? Wat wil je eigenlijk? Hoe kijk je er tegenaan? Wat wil je loslaten? Waar wil je mee verder?
Fase 3:
Hoe wil je leven? Hoe ziet jouw toekomst eruit? Wat is daarin veranderd? Hoe voel je je daarbij? Welke ideeën en mogelijkheden heb je? Wat wil je bereiken? Welk besluit neem je? Wat ga je doen? Heb je hulp nodig en van wie? Hoe ga je oefenen? Hoe stel je bij?
Het belangrijkste ingrediënt bij verandering
Veranderen, ontwikkelen en leren doe je niet zonder anderen, zonder je bewustzijn, zonder zelfonderzoek, zonder waarneming en zonder denkvermogen. Maar het allerbelangrijkste ingrediënt is de steun die jij aan jezelf geeft. Sturende activiteiten veronderstellen een relatie met jezelf. Je bent immers geen machine. Dus liefde voor jezelf is voorwaarde nummer 1!.